Transitieplan Omgevingsplan
Vanwege de nieuwe Omgevingswet, werkt de gemeente toe naar één omgevingsplan voor het hele grondgebied van de gemeente. Tot 1 januari 2032 heeft de gemeente de tijd om van een tijdelijk naar een definitief omgevingsplan te komen. Hiervoor is het ‘Transitieplan omgevingsplan gemeente Heusden’ gemaakt. In dit plan staat de aanpak van 1 januari 2024 tot en met 1 januari 2032. Dat is de zogenaamde transitieperiode.
In het transitieplan wordt gewerkt vanuit drie uitgangspunten:
- beleidsluwe transitie;
- werken met twee sporen;
- wijzigingsrondes.
Beleidsluwe transitie
Het vormen van één omgevingsplan is een enorme klus. We willen dat de overgang zo 'beleidsluw' als mogelijk is verloopt. Dat betekent dat er vanuit de huidige opzet zo min mogelijk inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd tijdens de transitiefase. Als er ergens vanuit de huidige regelgeving quick-wins zijn te behalen voor snellere en betere besluitvorming, dan kunnen er alsnog beleidswijzigingen worden doorgevoerd. Dit wordt per geval bekeken gedurende de transitieperiode.
Werken met twee sporen
Spoor 1: opgave richting een definitief omgevingsplan
Om te komen tot een definitief omgevingsplan moeten de volgende zaken zijn verwerkt vóór 1 januari 2032:
- de inhoud van alle gemeentelijke ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, beheersverordeningen, verleende omgevingsvergunningen in afwijking van het bestemmingsplan) is opgenomen in het definitieve omgevingsplan;
- de verordeningen over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen in het omgevingsplan. Dit geldt in ieder geval voor de Verordening fysieke leefomgeving (VFL). Deze regels vervallen van rechtswege in 2032 en moeten dus voor die tijd zijn geïntegreerd in het omgevingsplan;
- de bruidsschatregels (van het Rijk) zijn vervangen door definitieve regels die qua vorm en inhoud passen bij de gemeentelijke situatie en ambities.
Een flinke opgave, waarbij het noodzakelijk is om aan de voorkant een aantal keuzes te maken. Er moet worden nagedacht over de opzet en structuur van het omgevingsplan, welk beleid wordt opgenomen en welke regels worden gesteld. Deze keuzes worden in het transitieplan uiteengezet. Uiteindelijk worden zo alle bestemmingsplannen, de bruidsschat en andere relevante beleidsdocumenten en gemeentelijke verordeningen verwerkt in een definitief omgevingsplan.
Spoor 2: werkwijze nieuwe ontwikkelingen
Naast het omzetten van alle regels uit het tijdelijke omgevingsplan naar een definitief omgevingsplan is het ook belangrijk om ‘de winkel open te houden tijdens de verbouwing’. Dat houdt in dat we als gemeente, passend bij de geprioriteerde woningbouwplanning en de beschikbare ambtelijke capaciteit, lopende en nieuwe (woningbouw)ontwikkelingen zoveel mogelijk kunnen blijven faciliteren tijdens de overgangsperiode. Parallel aan spoor 1 wordt daarom gewerkt aan een eerste wijziging van het omgevingsplan. Deze is gericht op het opstellen van (basis)regels voor nieuwe woningbouwontwikkelingen.
Daarnaast biedt de gemeente, waar mogelijk en wenselijk, ruimte aan ontwikkelaars/particulieren om gebruik te maken van een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). Op die manier kan, indien mogelijk en gewenst, worden afgeweken van het (tijdelijke) omgevingsplan. Dit is qua procedure relatief eenvoudiger dan een wijziging van het omgevingsplan.
Wijzigingsrondes
Er geldt straks één omgevingsplan voor de hele gemeente. Elke nieuwe ontwikkeling die daar niet in past, vraagt dan dus om een wijziging van dat ene omgevingsplan. Alle bestemmingsplannen en andere onderwerpen waar nu nog apart beleid voor is, worden straks ook opgenomen in het omgevingsplan. Gezien de omvang en de complexiteit gaat dit stapsgewijs. Daarnaast is het doel om sommige regels gebiedsgericht te verwerken en andere themagericht.
De wijzigingen worden verwerkt in maximaal drie wijzigingsrondes per jaar. Per wijzigingsronde worden één of meerdere onderwerpen in de regels opgenomen in het omgevingsplan. Zo ontstaat uiteindelijk één integraal omgevingsplan.
Nieuwe ontwikkelingen die via een wijziging van het omgevingsplan mogelijk worden gemaakt, lopen ook mee in deze wijzigingsrondes en volgen dus geen individuele procedures. Nieuwe ontwikkelingen waarvoor een BOPA is verleend, worden in een aparte wijzigingsronde verwerkt in het omgevingsplan.